Dat duursporters een hoge pijngrens hebben maken we in deze
periode van dichtbij mee in de Tour De France. Zoals de laatste jaren
gebruikelijk is, volgt de ene zware valpartij na de andere elkaar op. De eerste
reflex van de zwaar gehavende renners is echter zo snel mogelijk weer die op
fiets geraken. Anderen vallen niet, maar gaan ondanks extreme verzwakking door
met hun inspanning tot ze niet meer kunnen. Zo draaide vorig jaar de
Nederlander Jos Van Emden na de eerste tourweek compleet leeg zijn mentale knop
om en besliste om op te geven. Maar hij verplichtte wel zichzelf eerst nog om een volledige col op te rijden vooraleer hij voet aan de grond zou zetten.
Gelijkaardige fenomenen van flirten met de pijngrens vinden we terug in andere
duursporten zoals triathlon, marathon, of iron men. Duursport en pijn gaan dan
ook hand in hand, maar hoe komt het dan dat duursporters zo veel pijn kunnen
verdragen? Onderzoek toont aan dat duursporters fysiek evenveel pijn lijden als
anderen, zelfs bij de echte toppers is er geen verschil met andere mensen. Het
verschil zit hem echter in de manier waarop ze hier mentaal mee om gaan.
Allereerst is er de mentale voorbereiding op pijn: je weet dat je bij bepaalde
inspanningen pijn zal lijden en een goede duursporter bereidt zich hier mentaal
op voor. Parcourskennis zowel als zelfkennis zijn hierbij belangrijk. Zo spreekt
vb Tom Dumoulin zichzelf vertrouwen in ter voorbereiding op een steile
beklimming: “het is uiteindelijk 20min heel diep gaan, en ik weet van op
training dat ik dat kan”. Ook het focussen op data zoals wattage, hartslag, enz
kunnen hier helpen om de pijn te ‘objectiveren’.
Daarnaast blijken zowel associatie- als dissociatechnieken effectief.
Bij associatietechnieken geven we aandacht en luisteren we naar de signalen van
ons lichaam om onze fysieke inspanning aan te passen (vb: “mijn rug doet pijn,
ik verander best van positie”; of “mijn spieren verkrampen, ik moet meer
soepele bewegingen maken”). Dissociatieve technieken daarentegen houden in dat
we afleiding zoeken van de pijn door onze aandacht op andere zaken te richten
(vb muziek beluisteren; onze aandacht op de mooie omgeving richten of simpelweg
de pijn verbijten door gedachten zoals “no pain, no gain”, enz). Ook onze
verbeelding kan hier een krachtige afleiding vormen en blijkt ook bij extremere
pijnen zeer effectief: denken aan het gevoel na de wedstrijd of visualiseren
van een fijne ontspannende plek stimuleert onze hersenen en verlicht de ervaring
van pijn. De beste duursporters blijken zowel associatieve als dissociatieve
technieken te gebruiken, en ze op een effectieve manier af te wisselen.
Tot slot hangt veel samen met ons geloof in ons eigen kunnen
om pijn te verbijten. Daarom dat diep gaan tijdens de training niet alleen onze
fysieke maar ook mentale grenzen verlegt.
Conclusie: omgaan met fysieke vermoeidheid en verhogen van de
pijngrens kan aangeleerd worden door de juiste technieken op de juiste manier
te weten combineren.
Geschreven door Jeroen Keymolen, mental coach. Klik hier voor meer info over mental coaching.