‘De ploeg van het
wielervoorjaar is Quick-step’, dat viel de laatste weken in elke sportkrant te
lezen. Niet voor niets, want de dominantie van het team en het aantal
overwinningen (31 tot nu toe) is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Even
opmerkelijk was het gegeven dat die overwinningen te danken waren aan een dik tienvoud
van renners, zowel ‘nieuwe’ talenten als ervaren rotten zoals een Viviani,
Terpstra, enz. En dat voor een ploeg die met het wegvallen van Tom Boonen geen
kopman meer dreigde te hebben… Over het hoe en het waarom van deze suprematie is
reeds veel gezegd en geschreven. Toch valt er nog meer over te zeggen, en dan
vooral vanuit het standpunt van leiderschap en groepsdynamiek. Het huidige
Quick-step is immers een schoolvoorbeeld van hoe een topteam functioneert. In
de eerste plaats is er een duidelijk gemeenschappelijk doel en gaan de
teamleden voor elkaar door het vuur. ‘There is no I in team’ wordt in het
Engels mooi gezegd, en dat vind je ook bij dit team terug. De teamleden
identificeren zich met het team, en namen zoals ‘the wolfpack’ dragen bij aan
die sterke teamidentiteit. Dit leidt onder meer tot het gegeven dat
grote namen zich wegcijferen om minder bekende talenten aan de overwinning te helpen. Kijken we naar andere grote ploegen
dan zien we dit fenomeen veel minder: er is meestal een duidelijk onderscheid
tussen kopmannen en knechten, en de kopman is meestal dezelfde over de
verschillende races heen. Bij Quickstep ligt dat anders: de ploeg start met
meerdere potentiële leiders eerder dan één uitgesproken kopman. Het leiderschap
wisselt bovendien doorheen de koers, en dit in functie van de situatie en het
talent van de renner. Zo is er Iljo Keisse, superknecht, die de richtlijnen
uitzet in het eerste deel van de koers. In andere ploegen zou een renner in
zijn rol eerder instructies opvolgen en zich letterlijk in zijn rol als knecht moeten
wegcijferen. In het tweede deel van de koers kan het leiderschap verdeeld worden en
kunnen meerdere renners naar voor geschoven worden. Dit kan uiteraard enkel
omwille van een fysieke weelde bij het team, maar onderschat toch ook de
mentale component en de teamgeest niet. In hoeveel andere ploegen zien we geen
voorbeelden van renners die duidelijk in bloedvorm verkeren, maar niet mogen
rijden omdat de kopman wil winnen. Wat we bij Quickstep terug vinden is een
trend in leiderschap die ook in het bedrijfsleven zijn opmars kent, namelijk
‘gedeeld leiderschap’. Zoals het woord zelf zegt gaat men in dergelijke visie
niet uit van één vaste leider, maar deelt men de leidersrol onder de teamleden.
Gedeeld leiderschap gaat uit van co-creatie tussen de teamleden en is de motor
voor gedragen oplossingen en gedeelde verantwoordelijkheid in een context die
gekenmerkt wordt door snel wisselende en turbulente omstandigheden. Daarvoor
zijn gelijkwaardige samenwerkingsrelaties nodig en het geloof van elk teamlid
dat het team als geheel effectiever is dan de individuen. Tot slot ligt een
flinke dosis vertrouwen aan de basis van gedeeld leiderschap, zowel in zichzelf
als in de andere teamleden. Dat vertrouwen leidt op zijn beurt dan weer tot
open en eerlijke communicatie, en dus tot juiste teambeslissingen. Zal het
succes van Quick-step ook andere ploegen overtuigen om tot een andere visie op
kopmannen en knechten te komen en meer uit het team als geheel te halen?
Laten we hopen. Eén ding is zeker: dergelijke fundamenten met een team
bereik je niet overnacht en vraagt gerichte coaching en inzicht in groepsdynamiek.
Wil je meer weten over
coaching van teams? Bezoek dan onze website op http://www.peaklevel.be/team-coaching of neem contact op met de mental coaches.