Mogelijk leed Michael Goolaerts aan een hartprobleem dat ondanks
de medische tests die profwielrenners ondergaan onder de radar is gebleven en
dat tijdens de race fataal aan de oppervlakte is gekomen. Zo blijven gevallen
van hartspierontsteking (myocarditis) door een virale infectie meestal verborgen
en bestaan er aangeboren hartafwijkingen die ook bij een goede screening niet
ontdekt worden en die zich zonder voorafgaande symptomen plots manifesteren met
een hartstilstand.
Michael Goolaerts was niet de eerste en zal ook niet de laatste
sporter zijn die overlijdt na een hartstilstand. Eind 2016 lanceerde SKA
(vereniging van sportkeuringsartsen), het
sportcardiaal actieplan, met het doel om het fenomeen van overlijden door
hartstilstand in de sport tegen 2020 significant terug te dringen. Nu zijn er
jaarlijks enkele tientallen dodelijk slachtoffers, al bestaan er geen exacte
cijfers.
Het actieplan van SKA berust op drie krachtlijnen: zoveel
mogelijk (kandidaat)sporters medisch onderzoeken om verborgen (hart)problemen
aan het licht te brengen, zoveel mogelijk mensen in en rond de sport
hartmassage leren geven, en een meldpunt oprichten om zoveel mogelijk gevallen
van hartstilstand in de sport te inventariseren en wetenschappelijk te kunnen
onderzoeken via een autopsie, om na te gaan welke kenmerken slachtoffers
eventueel gemeen hebben.
Wat moet er gebeuren bij een hartstilstand in de sport? Kort
gezegd: alles laten vallen, de hulpdienst alarmeren en hartmassage starten.
Elke min of meer fitte tiener of volwassene zou dat moeten weten en moeten kunnen,
binnen of buiten de koers. Toch gebeurt het vaak niet, of te laat. Zelfs als er
veel volk bij is, wordt meestal tijd verloren doordat mensen niet weten wat ze
moeten doen, niets durven te doen of op anderen rekenen om te helpen.
Als een wielrenner of een andere sporter plots valt of neerzijgt
en roerloos blijft liggen, gaat het mogelijk om een hartstilstand en is er
acuut levensgevaar! Elke seconde telt dan. Het is van het grootste belang dat
de persoon die deze leven-of-doodsituatie het eerst opmerkt, meteen actie
onderneemt. Wie die persoon is, doet er niet toe. Beter een leek die direct
hartmassage geeft dan een arts die pas minuten later ter plaatse raakt.
Wat kun je zelf doen als je getuige bent van een hartstilstand?
De eerste persoon die in de buurt geraakt van een slachtoffer
dat niet meer beweegt en niet reageert op aanspreking of op schudden met de
schouders, moet controleren of het slachtoffer nog ademt. Dat kan door maximaal
10 seconden te kijken of de borstkas op- en neergaat of door aan de mond te
luisteren of te voelen (met een natte wang) of er nog lucht passeert. Als het
slachtoffer niet meer ademt – of als de helper niet zeker is dat het
slachtoffer nog ademt – moet zo snel mogelijk professionele hulp worden
geroepen en moet hartmassage worden gestart.
Als een omstander een defibrillator kan halen, moet dat zo
snel mogelijk gebeuren, maar de helper mag dat zelf niet doen tenzij hij alleen
is en het apparaat zich zo dichtbij bevindt dat hij het binnen de minuut kan
halen en aansluiten. Is hij dat niet zeker, dan moet hij zich beperken tot
hartmassage.
SAMENGEVAT
- Check of de persoon reageert op aanspreken of schudden met de schouders.
- Geen reactie? Kijk, voel en luister of de persoon nog ademt.
- Geen ademhaling? Zorg dat de hulpdiensten worden gealarmeerd via 112.
- Start hartmassage:
- hou je armen gestrekt en loodrecht boven het borstbeen van het slachtoffer
- duw met de handen op elkaar op de onderkant van het borstbeen
- doe dat 100 keer per minuut, op de maat van Staying Alive van de Bee Gees
- druk de borstkas daarbij 5 cm diep in en laat ze meteen weer opveren
- Laat iemand anders intussen een defibrillator zoeken of halen
- Geef hartmassage tot een defibrillator wordt aangesloten (volg de instructies) of een hulpverlener kan overnemen.
Dr Peter Janssens
Sportarts en erkend keuringsarts