In normale omstandigheden wordt tegen jezelf praten afgekeurd en kijken we raar op wanneer we dit iemand horen doen. Als duursporter blijkt tegen jezelf praten echter net een voordeel te zijn. Verschillende onderzoeken tonen immers aan dat de prestaties van duursporters tot op zekere hoogte kunnen verbeteren door wat men ‘self-talk’ noemt. Dit is uiteraard vooral het geval wanneer men op een positieve manier tot zichzelf praat. Meer specifiek associeert men 3 verschillende vormen van self-talk, namelijk:
- Positieve self-talk (vb “ik ben goed bezig”; “ik ben sterk vandaag”), die een zelf-bevestigend en motiverend effect heeft
- Stemmingswoorden (vb “power!” of "ram!" wanneer men kracht nodig heeft; “controle” of "solide" bij een technische moeilijke beweging), die de stemming oproepen die je op dat moment wil bereiken
- Taak-relevante woorden (vb “knieën omhoog”; ”ronde bewegingen”; “rechte lijn”), die een focus brengen naar de bewegingen waar je op dat moment mee bezig bent
Wil men dat deze self-talk effectief rendeert dan zijn een aantal zaken van belang. In de eerste plaats moeten de woorden door de atleet zelf gekozen worden en niet ‘opgelegd’ worden van buitenaf (vb de trainer). In de tweede plaats speelt oefening een grote rol. Tijdens de wedstrijd, en zeker wanneer er mentale vermoeidheid optreedt, valt men immers terug op automatismen en denkt men vaak minder helder. Heeft men zich echter deze woorden tijdens de training gewoon gemaakt, dan zal men dit spontaan toepassen op het cruciale moment en die extra percentjes verschil kunnen maken.