vrijdag 20 juli 2018

Waarom duursporters een hogere pijngrens hebben



Dat duursporters een hoge pijngrens hebben maken we in deze periode van dichtbij mee in de Tour De France. Zoals de laatste jaren gebruikelijk is, volgt de ene zware valpartij na de andere elkaar op. De eerste reflex van de zwaar gehavende renners is echter zo snel mogelijk weer die op fiets geraken. Anderen vallen niet, maar gaan ondanks extreme verzwakking door met hun inspanning tot ze niet meer kunnen. Zo draaide vorig jaar de Nederlander Jos Van Emden na de eerste tourweek compleet leeg zijn mentale knop om en besliste om op te geven. Maar hij verplichtte wel zichzelf eerst nog om een volledige col op te rijden vooraleer hij voet aan de grond zou zetten. Gelijkaardige fenomenen van flirten met de pijngrens vinden we terug in andere duursporten zoals triathlon, marathon, of iron men. Duursport en pijn gaan dan ook hand in hand, maar hoe komt het dan dat duursporters zo veel pijn kunnen verdragen? Onderzoek toont aan dat duursporters fysiek evenveel pijn lijden als anderen, zelfs bij de echte toppers is er geen verschil met andere mensen. Het verschil zit hem echter in de manier waarop ze hier mentaal mee om gaan. Allereerst is er de mentale voorbereiding op pijn: je weet dat je bij bepaalde inspanningen pijn zal lijden en een goede duursporter bereidt zich hier mentaal op voor. Parcourskennis zowel als zelfkennis zijn hierbij belangrijk. Zo spreekt vb Tom Dumoulin zichzelf vertrouwen in ter voorbereiding op een steile beklimming: “het is uiteindelijk 20min heel diep gaan, en ik weet van op training dat ik dat kan”. Ook het focussen op data zoals wattage, hartslag, enz kunnen hier helpen om de pijn te ‘objectiveren’.
Daarnaast blijken zowel associatie- als dissociatechnieken effectief. Bij associatietechnieken geven we aandacht en luisteren we naar de signalen van ons lichaam om onze fysieke inspanning aan te passen (vb: “mijn rug doet pijn, ik verander best van positie”; of “mijn spieren verkrampen, ik moet meer soepele bewegingen maken”). Dissociatieve technieken daarentegen houden in dat we afleiding zoeken van de pijn door onze aandacht op andere zaken te richten (vb muziek beluisteren; onze aandacht op de mooie omgeving richten of simpelweg de pijn verbijten door gedachten zoals “no pain, no gain”, enz). Ook onze verbeelding kan hier een krachtige afleiding vormen en blijkt ook bij extremere pijnen zeer effectief: denken aan het gevoel na de wedstrijd of visualiseren van een fijne ontspannende plek stimuleert onze hersenen en verlicht de ervaring van pijn. De beste duursporters blijken zowel associatieve als dissociatieve technieken te gebruiken, en ze op een effectieve manier af te wisselen.
Tot slot hangt veel samen met ons geloof in ons eigen kunnen om pijn te verbijten. Daarom dat diep gaan tijdens de training niet alleen onze fysieke maar ook mentale grenzen verlegt.
Conclusie: omgaan met fysieke vermoeidheid en verhogen van de pijngrens kan aangeleerd worden door de juiste technieken op de juiste manier te weten combineren.

Geschreven door Jeroen Keymolen, mental coach. Klik hier voor meer info over mental coaching.